Johannes Andreas Paradijs (1765, II/P/34)
Het hoofdwerk van het orgel is gebouwd in 1765, naar alle waarschijnlijkheid door orgelbouwer Johannes Andreas Paradijs. Het rugwerk van het orgel is een jaar later aangebracht door de genoemde orgelbouwer.
Het orgel is in 1956 gerestaureerd door Orgelbouw Leeflang. Toen zijn de huidige pedaaltorens aangebracht in een mooie oude stijl en is de dispositie zoveel mogelijk teruggebracht naar de situatie van 1766. Ook werd naar de toen geldende maatstaven een nieuwe windvoorziening aanbracht. In 1983 heeft Orgelbouw Leeflang verder restauraties uitgevoerd.
De volgende restauratie in 2009-2010 is door onze orgelmakerij ter hand genomen. De windvoorziening is als eerste van start gegaan met het plaatsen van drie zogenoemde spaanbalgen. De werkzaamheden stonden onder begeleiding van de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed.
Doordat er een nieuwe windvoorziening was geplaatst, was het orgel ook toe aan een nieuwe intonatie. Deze werkzaamheden hebben wij uitgevoerd in 2012. Hierdoor is een beter klankbeeld ontstaan. Het totale orgel is in dat jaar ook volledig schoongemaakt en de mechanieken zijn opnieuw afgesteld en beter op elkaar afgestemd. Met het uitvoeren van een per register uitgevoerde intonatie is het een prachtig geheel geworden. De registers op hoofd- en rugwerk zijn nu beter op elkaar afgestemd. Het hoofdwerk, rugwerk en pedaal uit 1956 zijn beter op elkaar afgestemd, zo kon er ook een pedaalplan opgesteld worden door de ‘Stichting Vrienden van het Orgel” van de Oude kerk.
In het voorjaar van 2017 hebben wij de opdracht gekregen om een door de Stichting opgemaakt pedaalplan uit te werken. Bij deze restauratie is een deel van het pijpwerk behouden. In samenwerking heeft de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed in onze werkplaats onderzoek gedaan naar het pijpwerk van het pedaal. Het vernieuwde pedaal is op 17 februari 2018 in gebruik genomen.
Dispositie
Overig